Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LIV.pdf/314

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

T J A R I T A

RATOE PASIR BATANG OEMBOEL TĔNGAH

NOE GARWAÄN KA POETRI

ATJI KEULING WENTANG GADING

———————

Een vertaling van het epos mag overbodig heeten, daar de lezing ervan, mits men de beteekenis der Badoejsche termen kent, met behulp van Coolsma’s Soend. Holl. Wrdb. geen bizondere moeilijkheden oplevert. Ik heb mij daarom bepaald tot het verklaren der niet daarin yoorkomende woorden en wel zooveel mogelijk door synoniemen, die het wel opgeett, voor zoover mij dit thans mogelijk was. Wijziging daarvan in de toekomst is echter niet witgesloten, zoodra Dastjin's woordenschat grooter zal geworden zijn.

Zij, die geen Soendasch verstaan, vinden een voldoend overzicht van hetgeen de tekst behandeld bij J. J. Meijer, de Badoej’s blz. 162-163, Paksi Kĕling.

(Ngangkat rek mantoen).

Oerang anoe ngawih onam,[1]
kawih oerang kaoelinan,
kawih sindir bangbalikan,
kawih sĕnen[2] pada rame,
kawih toempang Paroeng koedjang,
kari toempanganeun kawih.

(Bangbalikanana).


Karoneng bonteng di Serang,
dagangan oerang Balitoeng,[3]

——————————

  1. Naar den gebruikelijken trant.
  2. sĕnen kalemekan.
  3. De naam van dit eiland was D, slechts een klank.