Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/162

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

HET MANGGERAISCHE VOLK (West-Flores).

Een én ander oyer aikomst, geschiedenis, zeden en gewoonten, godsdienst, enz.

Dodi

HB: ST A PE L

le. Luit. der Infanterie 1)

____________

Oorsprong en Geschiedenis.

Het Westelijk gedeeltes van het eilund Flores, bekend onder den onam Manggérui eu tegenwoordig ook uls on- derafdeeling van dé bestaursafdeeling dien naam dragende, wordt bewoond in hoofilzaak door een op zichzelf staand volk, dat weer den naam Yan beb land dinagt: ata Mang gérai [ulu= menseh). Van den oOooreprong van dit volk ie weinig bekend.

Een oude Manggéraier, Nauboeng genuamd, in 't Roe- téngséhe, verteklé mij, dut de Manggéraiers van Mukussunr= sehen ooresprong xwiju en dat gijo yoorrvaderen le cersten wuren, die het toen nog anbewaonde land betraden. Op da hoogvlakte yan Roeténg vonden ye mooie ludanggronden.en nisakten er hunue #erste Jadongs, die volgeus den verteller mislukten. In een droom Yerseheen voor den toenmaligen sanvoérder de muunelijke god van het lanil, die hem opdroeg kippen, varkens en karbouwen te #lnehten eu_aan_kem_ te offeran, terwijl met het bloed dezer dieren ziju vwouwelnhke heltt, de narde, vruchtbnar gemuakt moest worden. KEerst 1) Dit siuk werd door de Regeering tor publisatio aangehoden.