Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/199

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

196

op déze jacht waren afgericht, erin gestuurd. Ae ver- dwenen er dan ook in, maar kwamen met terug. Toen het lange wachten den kraéng begon te veryelen, gelastte hij den bediende in 't hol te kruipen, waar deze eeh- ter heel weinig zin in bad én wat hij dan cok weigérde. De kraéng gélastte het hem nogmaals, de bediende wei- gerde weer. Ondertussehen rijpte in diens brein een snood plan en om dat te kunnen uitvoeren zei hij, dut bjj ulleen achter zijn meester het hol in wilde gaan, zooals het hem als ondergesehikte betnamde.

De kraéng, die zieh Aink wilde houden, kroop nu op handen en voeten het hol in, doeh nauwelijks was hij binnen, of de bediende rolde vlug een grooten gwaren steen Yoor de opening, zoodat ziju meester er niebt meer uit kon.

Nu kon de bediende ziju snoode plan volvoeren. Hij keerde 1. m. ijlings terug naar-de kampong en begaf zich naar de yrouw van den kraéng, op wieé hij allang éen oogje had en die hem cok niet ongenegen was.

Een. hieerlijke tijd brak nu voor beide gelieven sun. YZe bekommaerden zieh nergens om, want ze waren er van overtuigd, dat zé den kraéng niet meer.terug zouden zien.

De krnéng was ondertusschen, bemerkende, dat hij op- gesloten was, wat dieper in 't hol gekropen, hopende een anderén nitgang te vinden. Dien yond hij echterniet, maar het hol werd z00 ruim, dat hij kon gaan zitten. De twee honden zaten bij hbem en zx00 verstreek uur na nur endog na dag, totdat hij 5 dagen in 't hol had doorgebaeht.

De twee meegenomen pisangs bad hij in kleine stukjes gesneden en langganm Opgegeten. Op den vijiden dug, toen de kraéng geheel nitgehongerd was, verseheeu plot- Beling de cigénaar van het hol, het stekelvarken. Het wus niet sehuw en ging dadelijk nanst hem zitten.

Duarna begon het dier te spreken en yroeg den kraéng, wat er san de band was. Hij vertelde ulles en smoekte in zijn wanhoop het stekelyvarken, hem te helpen. Hij beloofde het, wanncer het hem wilde helpen, nooit meer