SANGKA-SCHELPEN. DOOR E. F. JOCHIM. (Met een plaat.)
_______________
Sangka (sjangka, chank, shunk, tsjanko) is de naam van eene soort schelpen !) die op de zuidelijke punt van VoorIndië worden gevischt, ook wel op de Westkust (Travancore), doch voornamelijk op de Oostkust tusschen Kaap Comorin en Cuddalore, terwijl als de plaatsen waar dit bedrijf het meest wordt mtgeoefend worden genoemd Tuticorin (in het Tinnevelli district) en Kilakarat (in het Ramnad territory), beide aan de golf van Manaar gelegen. De vangst heeft plaats tot op een paar mijlen van de kust
op eene diepte van 2 tot 5 vadem, waar de schelpen dikwijls bij honderden maal wel tot gehangen zak seizoen voor
bijeenliggen, zoodat een duiker in eene enkele 20 stuks ophaalt, die hy in een om zijn hala opbergt. Volgens de Cyclopedia (1) ® is het de vangst van October tot Maart, volgens
Küsrer-Koseur (3) echter van Januari tot October, en voornamelijk
de maanden Augustus tot October. Er worden in
één seizoen van 600.000 tot 1 millioen schelpen opgehaald en wordt daarvan per jaar aan den zamindar van Ramnad £ 500 en aan het Gouvernement
£ 1000 belasting betaald,
Alleen de zoogenaamde levende schelpen, dat zijn die op den
bodem
der
zee
worden
verzameld en nog groen zien
D Elgenlijk zijn het geen schelpen maar horens, doch waar zulke gean aanlelding tot ondubdelijkheld geeft, bezlj ik het meer gebruikelijke woord schelp.m© De tusschen haakjes goplaatste cijfers verwijzen naar de litteratuur.
opgaven aan het alot van dit opstel,