216
met wie hij zich vermaagschapt acht, regel was, de zucht
om naar den yreemde te trekken, nyoembara.
Dientengevolge ging hij op achttienjarigen leeftijd ') de
wijde wereld, d. w. yak parahiangan in, en meer-
malen maakte hij deel nit van de gezantschappen, die op
gezette tijden den Regent van Serang de huldeblijken van
zijn stam komen aanbieden. Het
een indruk op hem, dat de maatschappij waarin hij gewon-
enheden waarnam, maakte zulk
en hij bij die gel
werd.
nen en getogen was, hem te bekrompen en te et Die:
den Islim omhelsde.
en hegaf zich naar Serang, waar hij
verliet hij «
Daardoor sneed hij den band met zijn maagschap voor
goed af, zoodat hij voortaan zonder middel yan bestaan, alleen door het leyen zou hebben te gaan. Hij kende eyen- wel niets.
Derhalve ontfermde de Regent van Serang zich zijner en
nam hem in de kaboepaten op.
i In deze wist de jonkman, sedert zijn geloofsovergang Aly
van kleine diensten al spoedig aller
1 bescheidenheid en het verleenen
Djapar geheeten, door
yenheid te winnen.
Viug yan bevatting, onkreukbaar cerlijk, altijd bij de
hand en steeds zw ijn werk verrichtend, werd hij
| geleidelijk een onmishaar lid in de hnishonding
meerdere
Maar bediende te worden, was niet zijn doel ontwikkeling door geregeld onderwijs verlangde hij.
n, werd ingewilligd
| Zin verzoek ter school te mogen
| en met zooveel ijver heeft hij zich aangegord, dat hij na
afloop van den cursus onyoorwaardelijk tot een hoogere
klasse kon beyorderd worden.
a ongeveer een jaar te Serang te hebben vertoefd, kan
hij thans reeds vrij vlot lezen en ook een weinig schrijven.
1) Fen Badoej weet zijn leettijd nauwkeurig, omdat de ouders den tel der
verjaardagen yan hun kinde hithouden, Bekwaam daartoe, zetten laa
noemden dezen ook zelf yoort