Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/131

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

118

,Ntar de markt, vriend, om, zooals moeder mij opdroeg, een paar doeken te koopen".

,Zoo, zoo", hernam dé man met de kokosnoten, ,laat me dan je geld eens kijken".

Bao toloe gaf aan dit verzoek gehoor, waarop de drager van de kokosnoten zeide: ,wel, ventje, dit stukje is net voldoende om er deze kokosnoten voor te koopen”.

,Dat is goed en wel", beaamde Bao toloe, ,maar wat moet ik er mede doen?”

,Wel”, lichtte de man hem in, ,de noten opeten en de vézels tot brandstof gebruiken”.

,,Geef ze dan maar hier”, besloot Bao toloe, en, na betaald te hebben, nam hij de kokosnoten op en keerde daarmede huiswaarts.

Ben je daar weer, vadertje", begroette zijn moeder hem bij zijn terugkomt, ,en waar zijn de doeken?”

,Men heeft mij er gééne verkoeht, moeder, slechts deze noten gaf men mij".

's Anderen daags, bij het opstaan, sloeg de moeder den eénigen doek dien zij beznt om; haar kinderen kleedden zich in een slaapmat.

Anngezien Bao toloe niet wilde, dat zij dien doek om beurten zouden gebruiken, verzocht zijn moéder hem ander maal naar de markt te gaan om voor zich zelf en voor zijn zuster een doek te koopen. Daartoe gaf zij hem het tweede gondztukje.

Bao toloe vertrok, doeh nanwelijks onderweg kwam hij twee vrouwen tegen, waarvan de eené aardappelen en de andere zemelen op hét hoofd droeg.

Zij hielden hem staande met de vraag: ,,sreg, Bao toloe, waar gaat de reis naar toe?”

,Naar de markt, moedertjes, om een paar doekon te koopen".

,Doe dat niet, mijn jongen", overreedden hem de vrouwen, koop er liever deze aardappelen en zemelén voor".

Ana a At