Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/154

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

141


dien verklaart de tweevoudigheid der Tamilvormen het dub- bel stel op Maleiseh taalgebied, waardoor evenwel demoge- lijkheid yan ontleening van het woord door Tliedén van dé Westkust man .het Maleiseh met den pépét" gecnszins word nitgesloten.

De honorihiecke titel hujrut is niet unders dan het Arabisehe hadruh(t), tegenwoordigheid, de cer van ic- mands gewensehte tegenwoordigheid, een eeretitel dus, en als yoodanig in bet Perziseh. *t Hindoestini en — niet zonder invloed der cene sgeuw geleden hier ingevoerde sipahi's, szepoj, tjepoj, Britseh-Indisehe soldaten — het Maleiseh. De Arabisehe d lu) heeft in een groot deel Yan Britseh-Indié den klank van de jihajrat is dus = hadrat.

Dit was den voorlichter wel bekend; hij sprak over nog méér, gut huiveringwekkeude afleidingen ten beste, en nitte ook idecén over het woord tjandai, wanryan hij eeng verbijaterende ,verklaring” gaf, welke eohter wel- Heht ean spoor zon kunnen aangewezen hebben, waarlanga de goede weg ware te bereiken. Doeh zonder verdere gegevens is dat spoor miet te volgen, en van een dood loopend spoor behoeft geen gewag gemaakt te worden.

Wat thans yast staat is, dumkt mij, dat de kleimigheid: Mualeiseh Tabai, l#hbai—= Tamil labbai, lebbai den toeht van den islim uit Hindoestan naar hier weder opnieuw heeft bewezen, én van eene nieuwe zijde belieht. Sumatra's Westeusr, SEPT. 19139.