Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/174

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

161

gebraeht wordi, is heel nardig en vaak op groote nfstanden te hooren. De mensehen vinden 't een nmusant werkje. De ladangs.

Zooals op het situntieschetsje te zien is, maakt de Mang- géraier zijue ladangs op twes wijeen. De lIadangszijn aan- gegeven met de letter L. Op de wijree, zooals overal elders ook gebeurt, op de sohets de linker ladang, wordt een stuk van de berghelling sehoongekapt (ak badjoe), von een pagger voorzien, Oomgespit met een smal ijeeren séhopje (batji tjiwal), dan bebouwd. Een ladanghuisje (j=sékang) dieut den land- bouwer met zijn gezin gedurende de werkzaamheden tot en met den oogst tot tydelijke woonpluaats,

De karakteristiek Manggéraische wijee yan ludangs aanleg- gen 18 te zien op de schets rechts van de bovenaungehanlde ladang, waar een apiunewebuehtige fguur is geteekend. De verklaring ervan geef ik hieronder.

Bij het begin van den tijd yoor den ladangbouw wijat het kamponghoofd een stuk terrein aau, dat behonwd zal worden. Door de gezamenlijke mannen wordt het nu sehoongekapt. Dan wordt met de stammen der gevelde grootere boomen bet terrein vau uit het middelpunt in sec- toren verdeeld. De stammen, netjes in elknars verlengde gelegd, Yormen de seetorlijnen (n—langan of langén). De sectoren zelf worden weer onderverdeeld in. vakken (1 = banta of Iroek B) op dezelfde wijze, terwijl dere vakken dan teu slotte nan de versehillende mensehen ter beplanting wordeén gegeveu. Dé door de boomstammen ge- vormde lijuen dienen ,en passant* om afspoeling yan de bovenste lang teeclaarde door bet regenwater te yoorkomen, Hierdoor yorinen sieh dan cok gedurende den regentijd de Ook bij audere cultures (o:n, dé theecultuur), bekende, na- tuurlijke terrusjes,

De straal yan zo00'n, ,,spinnewebladang” zal ik "b maar noemen, bedrangt vank meer dam 200 depa's. Ken yeer eigensurdigen indruk maken dere ladunga op den vreem-