Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/195

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

TP TT TI TT GG ES Si? id. ST Cat.. TuO

gesproken. Als de ,djarang lak?” had nitgesproken, kwam de sdjarang kian” nan '£ woaord, die in eene minstens eyeén gloedvolle rede Moeri Kraéng uanriep, ziju onschull betoogde en de wenschelgkheid van ziju dood betuigde, voor 't geval hij sehuldig zou ziju. Na afoop der beide redevoeringen, die een geruimen tijd duurden, gaf de duloe bet teeken tot nanyang yan de proefneming. Beide partijen begayen zioh DU te water, omklemden ieder cen stok en gingen languit op den bodem van bet bassin liggen, natuurlijk geheel ondergedompeld. WVaak bonden ze xieh nog meét een drand nan die stokken vast. Wie nu 't eerst door benauwdheid boven kwam, had gélogen of was sehuldig. Dit lijkt dus Yrij eenyoudig en cen ongevaarlijk oordeel. Zoo ongevamlijk Was 't eyenwel niet, want de andere partij, die nog onder water was, Wist niet dat detegenpartij reéds boven gekomen was en trachtte dus nog onder te blijeen. Dit eindigde dan vaak met het ophalén van dien peraoon in geheel bewus- teloozen toestand. Dikwijls was het alot der geschiedenis de dood yan een Yan beideu en natuurlijk lang niet altijd van den sehuldige of den lengensar. Wegeuns het groote leyéensgeruar, dat man deze proefneming verbonden wus, hadden de Mang- gérniers er dan 0ook een zekere vrijgevigheid bij en die bestond in hét stellen yan een pinatsyervanger voor een of belde partijen. Deze plantsyervangers waran dan mensehen, die de proef al eens meer bij de hand budden gehud en 't waren, vooals men zieh licht kan denken, miet altijd dé vroedsten Onuder het volk. Het yragen én benoemen van een planata- vervanger ging altijd met een heele plechtigheid gepaard: met éen gézadeld poord begaf zceh de vrager naur 't huis van den véryanger en deed hem het verzoek. Werd 't nangenomen, dan werden den vervanger het gezadelde paard en een karhouw nangeboden, verder een mooi pak kleeren, een kris en 't noodige eten. De 'karbouw moest na alloop van de proelneming worden geslacht en verorberd als eer- bewije aan den vyervanger. Dit cerbewija heette soeté". Op