Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/197

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

184

Uitgestrekt waren de ladangs van kampong Laté, groot het aantul gasten en grootsch moest cok het feest worden. Iedere gast nam als naar géwoonte iets mede voor het Teestannal. De een brucht een karbouw, de nnder een Yarken, minder gegoeden ceu geit of een kip of een portie rijet of djagong, en zoo begon het feost,

Beurtelings bood ieder der:gasten het door hem mede- gebrachte man en Werd het gesehenk nanyaard en verorberd. Ook vruchten en groenten werden opgediend en zoo was er al vrij wat naar binren gewerkt, toen éen gast werd opgemerkt, die al Aink meegegeten had, mar nog niets gegeren had.

Hij werd hierover onderyrnagd en moest nu tot zijn groote_verlegenheid bekennen, dat hij niets had meegenomen, Of dit een gevolg was vun gierigheid dan wel van armoede, vermeldt_ de _geséhiedenis_ niet, waar wel werd dé man over dit verznim van hem dusdanig door zijn medegasten gehoond, dat hij zieh gencodzaakt zag het feest te verlaten. Met wrok in *t hart yerliet hij de kampong, gevolgd door ziju vrouw en zijn kind. Vluk buiten de kampong beyond zieh een karbouwenpoel, waarlangs zijn weg leidde em het ge= rieht van dezen poel deed hem stilstaun en herinnerde hem Weer des te leyendiger aan zijn yerzsuim om een slachtdier mec te brengen. Intusschen kwam zijn yrouw met het kind hij hem stan ea wilde hem troosten, doeh dit maakte hé nog manar woedeuder en ten slotte pakte hij haur en het kind san, Wierp hen in den yoor hem liggenden poel én nitis daarbij grimmig dén wenseéh, dat ze er uls karbouwen weer uit mochten komen, Wat bij nooit had kunnen verwaehbten, gesehiedde: een wijfjesakarbouw en een kalf stapten plot- seling uit deu poel naar hem toe, en xo0 groot was ziju vreugde hierover, dat hij heelemaal niet meer dacht aan het verlies yun xzijn gezin, maar dadelk de beide karbouwen in triomf nuur het feest bracht en ze den versamélden teestvierenden aanbood_ met_ het verzoek, thans wWeer ta mogen meedoen.