189
(loordat de opperhuid, epidermis, er nog op zit) hebben waarde; die welke door de zee op het strand worden gespoeld, wit
zien
en
dood genoemd
worden, maken de vracht naar
Calcutta niet goed. Men onderscheid twee soorten, patty en pajel, waarvan de vindplaatsen volgens de visschers (mededeeling van Bewronacer in de Cyelopaedia) streng gescheiden zonden zijn door eene rechte lijn van het midden van het eiland Mannar naar een punt op den vasten wal getrokken. De
eerste soort, welke benoorden die lijn wordt gevonden,
is gekenmerkt
door een
kort en plat bovenstuk, de pajel
is van boven langer en spitser. Deze sangkaschelpen vormen een belangrijk handelsartikel. Men zaagt en sljpt ze tot armbanden, polsbanden, ringen en kralen, welke zoowel als sieraad alsook tot afwering van ziekten of andere schadelijke invloeden worden gedragen. Ter verklaring van het zoo groote verbruik vermeldt Küsterkopp (3) dat bij overlijden die sieraden niet worden geërfd, doeh in het water geworpen; volgens de Cyclopaedia (1) worden zij ook in groote hoeveelheden begraven bij de lijken van aanzienlijke personen. Van de grootere exemplaren wordt de top afgeslagen, om de schelp als trompet te kunnen gebruiken. In dezen vorm, ala muziekinstrument, werd zij vroeger in den oorlog en ook thans nog bij godsdienstige
plechtigheden gebezigd. Blijkens de mededeeling van den Directeur van 's Rijks Ethnographisch Museum te Leiden (15) bevinden zich onder de verschillende schelptrompetten, indertijd op de Internationole Koloniale en Uitvoertentoonstelling te Amsterdam in 1883 aanwezig en vermeld op pag. 118 van den catalogus (16), ook een tweetal sangkaschelpen. 1) Bij de godsdienstige ceremoniën
vervult deze schelp éen
groote rol; behalve om de aandacht der goden tot hunne aanbidders te trekken, wordt zij ook gebruikt om heilig water uit te gieten op de godenbeeldjes, als bloempot voor D Ongelukkig 19 het hier aanwezige exemplaar van dien catalogus niet geïllustreerd.