211
de radja wordt bij den jongeren galar, Toeankoe Sati genoemd; zijn geslacht is afkomstig van Tandjoeng Baroelak (Tanah Datar) en nedergezet,
heeft zich betrekkelijk
lant in deze streken
De drie negeriën waaruit het gebied van Toeankoe Sati bestaat, nl. Poelau Poendioeng, Soengai Kamboet en Soengai Daréh 1) zijn van jongen datum en gesticht op grondgebied van Loeboek Boelang en Si Kabau, die veel oudere vestigingen zijn. Soengai Darèh, dat vroeger onder het gezag van 10 panghoeloe's stond, wordt thans bestunrd door de Datoek nan VH
en bestaat uit 2 gedeelten, het eigenlijke Soengai Darèh en Soengai Kilangan. Soengai Darèh is het oudste deel van de negeri, en ressorteerde vroeger onder het gezag van Datoek Gadang, den orang gadang van Si Kabau, van wien het ook zijn grondgebied gekregen heeft: Boven de panghoeloe's stond een vrouwelijke Tiang Pandjang” met den erfelijken galar Radjo Poeti, die haar waardigheid aan den orang gudang van Si Kabau ontleende, en wie een der panghoeloe's, Datoek Padoeko Soeanso, als sandi ter zijde stond. Het geslacht van genoemde Radjo Poeti splitste zieh in twee takken, waarvan de eene zich te Poelau Poedjoeng nederzette, welke negri later op den linkeroever
van de Batang Hari tegenover Soengai Darèh ontstaan was. Uit die tak ontsproten de radja's van Poelan Poendjoeng, die zieh later ook van het gezag van Soengai Daréh wisten meester
te maken,
deze
negeri
losmaakten van Si Kabau
doch er de Iindjo Poeti handhaafden. Men verkreeg aldus een sltoemah Gadang” in het eigenlijke
Poelau Poendjoeng, waaruit de radja voortkwam, en een sroemah Gadang” in Soengai Darèh, de familiewoning van de Radja Poeti. De eerstbedoelde Roemah Gadang stierf een paar malen uit, en werd telkens aangevuld uit de Roemah Gadang van Soengai Daréh. 11 Dit
is de gewestelijke
pau. 90 voor -Batang Slat".
uitspraak
van
ders,
evenals Batang 510 ор
Rin,