315
Goentoer en Si Kabau, voorts leiden paden van Poelau Poendjoeng naar Loeboek Boelang en Soerau en van Soengai . Kamboet lungs de Batang Hari stroomopwaarts naar Poelau
Pandjang (panghoeloekapalaschap Loeboek Oelang Aling) en over de uitloopers van het grensgebergte der Padungsehe Bovenlanden naar onze greusnegeri Tukoeng (laras Sidjoendjoeng). Het Inatste pad, dat +
15 paal lang is, is zeer bezwaar-
lijk, althans in den regentijd; door het drak vervoer daarlangs van karbauwen naar de Bovenlanden en van randeren naar de Batang Hari en Djambi is de begaanbaarheid er niet op vooruitgegann. | Eene verbetering van dat pul of de aanleg van een nieuwen weg met goed gekozen tracé van Takoeng naar Poelau Foendjoeng, zou ten zeerste aan het verkeer van de Bovenlanden met de Batang Hari ten goede komen. Behalve door dat pad
is Takoeng
met de Batang Hart verbonden door den
waterweg langs de Pungenn, die van Loeboek Boelang tot Takoeng op te varen Is met vaartuigen, welke LO pieol en meer
kunnen
laden. De vaart van Loeboek Boelang tot Takoeng
met een volgeladen prauw duurt + 18 uur. Van Takoeng de Pangean en daarop de Batang Hari nfzakkende, kan men bij gemiddelden waterstand in 12 à 13 uur Tandjoeng, de grensdoesoen
van
Djambi, bereiken.
Lochboek Boetang. Een
viertal kilometers stroomafwaarts van Poelnu Poen-
djoeng liggen op een smalle vlakte tusschen de Batang Hari en haar linkerzijrivier Pangean 2 kleine vestigingen: Rambahan
en Laeboek
Boelang, te zamen het staatje Loeboek
Boelang vormende. Eeuwen geleden lag daar waarschijnlijk een belangrijke Hindoevestiging, zoonls de danar aangetroffen
zware
aarden
wallen en een Hindoebeeld getuigen.
Daar de Pangean van kleine vaartuigen tot aan Soengai Lansè (laras Sidjoendjoeng) bevaarbaar is, en de communientie
in die
voornamelijk
tijden
van
de kusten
wel te water
met
de Bovenlanden
zal plaats gevonden hebben,