216
beheersehte Loeboek Boelang de toegangswegen Bovenlanden in dit gedeelte van Sumatra.
tot de
De vlakte waarop het lag, daalt steil af naar de Batang-
Hari en Pangean, zoodat zij niet moeielijk tegen vijanden moet te verdedigen geweest zijn. Loeboek
Hoelang
wordt
bestuurd
door
de Datoek nan
Toedjoeh, onder wie Datoek Maradjo Adil de hoogste in rang is; hij en Datoek Bandharo Radja zouden de afstammelingen van de stichters der negorij zijn, wier gebied zich
vroeger veel verder langs de Pangean en westwaarts langs
den linkeroever van de Batang-Hari uitstrekte, dan door de
tegenwoordige grenzen bepaald wordt. Vroeger stond boven de Datoek's een radja, die zijn gezag
nan
Pagarroejoeng
ontleende en den erfelijken galar Radja
Bidallah voerde. De bovengenoemde Datoek Maradjo Adil was zijn sandi. Het radjageslacht stierf een paar janr geleden uit, en sedert oefenen de radja's van Si Goentoer en Poelau Poendjoeng er een condominium uit. Stond Loeboek Boelang vroeger sterk onder den invloed van i31 Goentoer, in de lantste jaren schijnt die van Toean-
koe Sati overheerschend te zijn. Over de verhouding van den radja Toeankoe Radja Bidalldie ah,te Rambahan gezeteld was, tot de overige Batang-Hari radja's is boven reeds het een en ander medegedeeld. De vestiging Loeboek Boelang zelve zou in vroeger jaren ook de zetel van een radja van geringen rang met den titel Tan
Toeah
Radja
Lelo geweest
zijn; het geslacht
van
dezen is echter sedert tal van jaren uitgestorven. Onder Toeankoe Radja Bidallah ressorteerde vroeger ook de negeri Soerau; knevelarijj van den kant van den radja gaf der bevolking aanleiding hem de gehoorzaamheid op te zeggen, en zich onder den radja van Si Goentoer te stellen.
In Loeboek Boelang worden 5 huizen en een mesdjid nangetroifen, in Rambahan en in de Taratak T andjioeng Kasai ann de Pangean 11 huizen. |