Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde XLIX.pdf/265

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

220

Soerau, Sinds jaren wordt het oppergezag van Toeankoe Bagindo Ratoe door de negeri Soerau, die vroeger onder Radja Bidallah van Loeboek Boelang ressorteerde, erkend.

Soerau wordt bestuurd door een Tiang Pandjang, Datoek Radio Malano, wiens sandi Datoek Hadjo Katjik is; beiden behooren

tot de Datoek

nan

X. waarvan

een tweetal thans

uitgestorven is, Het gebied van deze negeri grenst ten westen aan het Gouvernementsgebied ('Takoeng) en ten noorden aan de negeri Parit Rantang van de federatie der IX Kota. De kota ligt aan de samenvloeiing vau de Batang Pangean en haar linkerzijtak Batang Lolo en dus aan den waterweg tusschen onze grensnegri Takoeng en de Batang Hari-distrieten; tevens aan den landweg, die door het dal van de Lolo de Batang Hari met de Kwantan verbindt. Soerau beschouwt zich ook als de schakel tusschen Si Goentoer en de federatie der IX Kota (barindoek ka Si Goentoer, barbapak ka IX Koto). Zij telt met de kleine nederzettingen Si Boeboet 46 huizen en een masdjid. Timpéh, Tabé en Djao.

Deze drie negeriën behoorden vroeger tot de federatie der XIV Kota, die onder de Pajoeng nan 3 Kaki staan eu in drie groepen verdeeld waren: de V Kota di Moedik (Paroeh,

Soengai Batoeng, Tandjoeng Kaling, Air Amo en Maloro) onder Datoek Chatib Basar te Soengai Batoeng, de IV Kota di Tangah (Galagah, Kamang, Koenangan en Parit Rantang) onder Datoek Tan Basar të Kamang, en de V Kota di Ilir,

bestaande

uit Biloekar Dalam, Laboeng, Djao, Timpèh en

Tabé, onder Datoek Djoembang Molih te Tabé.

Liggen de beide eerste groepen nan de oostgrens van de onderafdeeling Kota VIL, de negerión van de derde groep liggen, met uitzondering van Djao, dat aan de Batang Djao in het stroomgebied van de Batang Pranap ligt (de belangrijke rechterzijrivier van de Indragiri), aan de Batang Timpéh, een linkerzjtak van de Batang Hari, die haar oorsprong neemt

in 't heuvelterrein, dat het dal van de Batang Lolo