226
dikwijls aangeduid met den naan Jang di Pertoean Toenggal. Met hem stierf de roemah gadang van Si Tioeng uit. Na
zijn dood kreeg krachtens zijn waardigheid de sandi karndjaän, Datoek Hadjo Toemanggoeng, het hoogste gezag in handen. Min of meer echter wordt Toean Gadik, de moeder van den tegenwoordigen radja van Si Goentoer, die een doch-
ter is van Jang di Pertoean Toenggal, al& radja erkend; Datoek Radjo Toemanggoeng roept althans in belangrijke zaken haar beslissing in, zij het ook slechts voor den vorm. Een onderhoorigheid van Si Goentoer kan Si Tioeng niet genoemd worden, al was er tijdens het leven van den vorigen radja van Si Goentoer diens invloed overheerschend. De 4 panghoeloe's, wier »poetjoek'" of hoofd Datoek Radjo Toemanggoeng is, worden de »orang nan 4 Tali" geheeten. De Kota ligt op den 15 Meter hoogen rechteroever van de Batang Hari en bestant uit 2 deelen: Si Tioeng en Koto Agoeng, dicht bij elkaar gelegen; het gehucht Ranah Manggis ligt op een laag oeverterras bovenstrooms en in de
onmiddellijke nabijheid van Si Tioeng, terwijl op den linker-
oever tegenover de Koto nog de bandjars Taratak, Poelau Tangkeroei en Ranah Kamang gelegen zijn. De volkrijke
negeri heeft een welvarend aanzien, het aantal huizen zon volgens de hoofden + 60 bedragen, deze opgave is echter onvertrouwbaar. Door paden is Si Tioeng verbonden met Koto Toeo, TaЫп
Tinggi,
Goenoeng
Medan
en Poelai, terwijl aan den
overkant het pad afgaat naar Tabè. Poelai. Deze kleine negeri is, ofschoon onder den invloed staande
van isi Tioeng, op wier grondgebied zij gesticht is, volgens
de adat zelfstandig. Evenals
aan Soengai Doeo was haar
deze positie gewaarborgd door den Radja van 3 Selo, wier sajam
tjinantih" zij heette.
Volgens de overlevering werden in vroegere jaren wijzigingen
van de adat en de oendang van de Batang Hari-di stricten