Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde XLIX.pdf/272

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

ат

in Kota Poelan in een vasten vorm gegoten of geredigeerd (adat di padoe, oendang 2 di karang); eerst daarna verkregen zij kracht van wet. Het hoogste gezag is er in handen van Datoek Radjo Sireko, die spoetjoe boele" is waarmee men

aanduidt, dat hij aan niemand ondergeschikt is; zijn geslacht

is verwant aan dat van Datoek Radjo Katjik Basar van Soengai Doeo, Datoek Soemano, een van Datoek nan IV, die de negeri besturen, is ziju orang gadang. De Koto ligt op den rechteroever van de Batang Hari en telt 13 huizen.

Behalve met Si Tioeng is Poelau door een pad verbonden

met Soengai Doeo.

Gebied

van den radja van Padang Lawas,

Hiertoe behooren behalve de negeri Padang Lawas, de negeriën lboel, Soengai Basar, Koto Baringin, Tioemang, Si Pangkoer, Soengai Langko, Tarantang, Si Alang Gaoeng en Kota Padang. Het radjageslacht van Padang Lawas was in twee takken gesplitst: de sroemah gadang" en de »roemah batingko", uit de eerste kwamen de radja's van Padang Lawas voort, die den gular voerden Bagindo Tan Mohamad, uit de tweede werd door de vorsten van Indragiri de radja van de IV Koto, een onderhoorigheid van Indragiri en daarom vaak

aangeduid met Poetjoek Rantan Indragiri, verkozen met den titel van Bagindo Tan Madjolelo. De roemah batingko stierf een paar tientallen jaren geleden

uit, en sedert had de radja van Padang Lawas ook in de TV Kota

min

of meer het gezag in handen. Ongeveer 4 jaar

geleden echter werd een kamannkan van Bagindo Tan Mohammad, dus een spruit van de roemah gadang, Tan Toenh Pingai geheeten, te Pranap door den vorst van Indragiri tot Bagindo Tan Madjolelo verheven.

Niet lang daarna overleed de radja van Padang Lawasen toen was Tan Toeah Pingai eigenlijk de aangewezen opvolger: door zijn verheffing tot Bagindo Tan Madjolelo was bij echter een vazal yan Indragiri, en kon hij niet als radja van Padang