Kaca:Soendaneesch Leesboek met inleiding en aanteekeningen.pdf/149

Ti Wikipabukon
Ieu kaca geus divalidasi
130

vindt de lezer in nos 4-43, zijnde alle particuliere brieven van Inlanders aan Europeanen. Bij uitzondering missen deze het Javaansche opschrift, zoo ala het geval is bij no's 6—10.




III

FRAGMENTEN.

A.


De „Hikajat Djohar Manikem” is een verhaal, dat aan Maleijers, Javanen en Soendanezen bekend is. Eene Maleische redactie werd in 1845 uitgegeven door Dr. DE HOLLANDER, onder den titel: Geschiedenis van Djohor Manikam. Wat den naam van het verhaal betreft, de prinses, wier lotgevallen daarin worden medegedeeld, en naar welke de hikajat gewoonlijk wordt genoemd, heet Djohar Manikam. Zoo heeft reeds werndly in zijne Maleische Boekzaal, en later ook Dr. de hollander in zijne „Handleiding bij de beoefening der Maleische Taal- en Letter-kunde, 3de druk (1864).”

In de Soendanesche bewerking, waarvan enkele stukken in het „Leeshoek” zijn opgenomen, komt eene verklaring voor van den naam Djohar, die in de uitgegevene Maleische redactie niet wordt gevonden. Op de vraag namelijk van Koning Djohan naar den naam der prinses, wordt door deze volgens het Maleisch_(bl. 11, reg. 1) geantwoord: Ik heet Dj. M. In het Soendaneesch volgt dan: „dingaranan koe rama, sabab koering kaloewar „tetkala béntang Djohar (Ar.: zoeharah) kaloewar; noe matak „dingaranan Djohar Manikem kitoe asalna,” d.i.: en ben zoo genoemd door mijn vader, omdat ik geboren ben...., toen de ster Venus opging; om die reden ben ik Dj. M. genoemd.

De taal van het boekje is vrij zuiver: er komt slechts enkele malen een Maleisch woord in voor. Want mag het al naar het Maleisch zijn bewerkt, het is geene stijve of woordelijke vertaling, en mogen hier en daar sporen worden aangetroffen yan den invloed,