Kaca:Soendaneesch Leesboek met inleiding en aanteekeningen.pdf/158

Ti Wikipabukon
Ieu kaca geus divalidasi
139

K.

De „Kitab Oesoel” bevat de dogmatiek van den Islam (Ar.: oecóeloe’ddin, of ook: ‘ilmoe’lkálam), dat wil zeggen, de beschrijving van de eigenschappen Geds en de eigenschappen der Gezantenp. Dit geschrift, eene vertalmg van eene 'aqidat (Ar.), d. i, eene dogmatische verhandeling van aBóE ABDALLAH JÒESOEF ASSANÒESI, een schrijyer uit de 9de eeuw der Mohammadaansche jaartelling, komt voor in tweeérlei redactie. De eene onderscheidt zich van de andere door eene inleiding, waarin de lof van den schrijver en van het boekje breed wordt uitgemeten. De volledige „Kitab Oesoel” draagt in het Soendaneesch den naam van „Kitab Oesoel Sanoesi”: zij telt 62 bladzijden in 4°, ieder van 13 regels, en de inleiding is 7 bladzijden groot.

Taal en stij] van dit werkje zijn minder goed, en op sommige plastsen is de vertaling vrij ongelukkig en gewrongen. Vooral de inleiding is duister.

§ 4. De aanhaling aan het slot van § 4 is de uitspraak, die voorkomt in het begin van het 51ste en van het 116de vers van Soera IV: „God zai het niet vergeven dat men Hem een me-„degenoot geeft, maar wat daarbuiten is, d. i., andere zonden„ dan afgoderij, zal Hij vergeven.”




L.

De „Kitab Sipat doewa poeloeh”, meer een uittreksel dan een zelfstandig geschrift, geeft een overzigt van de leer van Gods twintig eigenschappen, en komt in hoofdzaak overeen met het degmatisch gedeelte van de ,Kitab Pakih”, voor zoo veel aangaat het artikel van de leer van God. Het onderwerp wordt echter in den regel door den Inlander vrij oppervlakkig