Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/111

Ti Wikipabukon
Ieu kaca geus diuji baca
98

Mijn tijd is thans gekomen, morgeuochtend wenséh ik in het krijt te treden om nan den wedstrijd deel te nemen, wel wat doet grij thans ?”

Maak u daarover niet ongerust", hernam de aap, laat dat maar aan mij over. Zoodra u sehieten gaat, klim ik in den waringinboom en plaats mij dicht bij de tortels, ik vang uw pijl op en steek dien dwars door de oogen der vogel",

Maar u moet uw pijl mérken, opdat ik dien onderkennen kan en niét met de anderen verwar”.

De bedelaar hervatte; dank je wel voor dien rand, doeh ik ben nog in verlegenheid, omdat ik geen boog heb”.

Och tai tjeuli damen katjang” 1), dat is nl heel gemak kelijk”, antwoordde de aap. ,Wacht u maur even, ik zal mijns vaders boog, een rijkssieraad, gaan halen en blijf maar 'n oogenblik weg”.

Daarop spoedde de nap zich heen.

Een weinig later al, ke-rdé hij térug met den boog en één pijli, dien hij den bedeluar gaf.

Toen de morgen gedaagd was, deelde deze xijn stiefmoeder mede dat hij den wedstrijd ging bijwonen.

Goed", antwoordde zij: .en ik zal vurig bidden voor je overwinning, want slaagt gij niet, dan worden wij beiden zeker door den koning terecht gesteld".

Best, moeder, bidt u maar dat ik overwinnen moge eu niét mijn doel mis”.

Vervolgeng vertrok hij met den aap.

Ter bekorting van het verhaal diene. dat de bedelaar aan den wedstrijd heeft deel genomen.

Wat de zeven vorsten aangaat, geen bunner was er in geslaagd de tortels te treffen, in do eerste plaats niet wijl deze wonderyogels waren en ten tweede niet, omdnt de prinses niet voor hen bestemd was.

Toen de bedelaar zijn pijl aanlegde, wist niemand dat de aap in den boom klom; hij bévindt zieh thans in den top, _______________ 1) Zoo iets als ons: st.... met streepjes.