Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/112

Ti Wikipabukon
Ieu kaca geus diuji baca
99

stilgezeten achter de vogelkooi, maar men kon hem niet zien, daar hij een zich onzichtbaar kunnende makén aap was.

Op 't oogenblik dat de bedelaar naar boven schoot, ving de aap zijn pijl op en stak dien door de oogen der vogels; zij Waren als aan 't spit geregen.

De koning, de koningin, de prinses en alle hoofden die in den schouwkoepel waren, zagen dat de vogels doorboord waren, doch door wiens pijl was niet duidelijk.

Allen juichten en ieder leger was zoo luidruehtig, dat de stad ervan sehudde op haar grondvesten.

En ieder heir was in de meening dat het zijn vorst was, die de vogels had getroften.

Toen door den koning en de vorsten onderzoek daarnaar werd gedaan, bleek echter des bedelaars pijl in de oogen der vogels te stekeu.

Hierover ten zeerate besehaamd, trokken dezeven vorsten zieh nit het strijdperk terug naar hun kwartier.

De bedelaar werd op hetzelfde oogenblik bij den koning ontboden; de rijkabestierder en alle hoofden geleidden hem.

De koning sprak: ,deze is het die de tortels getroffén heéft, hoe i8 je naam en van waar ben je afkomatig, jij die er in slnsagde de beschermvogels dér stad te treffen”.

Toe, zeg dat eens gauw, ik verlang het té weten".

De bedelnar antwoordde: .met uw verlof, ik woon in het bergland en mijn naam is de bedelaar, ik ben de zoon van de oude weduwe”.

Uitstekend”, hervatte de koning, thans, waar dit zoo over je beschikt is, wordt je de prinses toegezegd, maar ik durf haar nog niet uit te buwelijken, omdat aan haar begeer nog niet is voldaan, te weten zij verlangt een stad met de in woners. Neem je duaraan te voldoen op je of niet?"

De bedelaar hernam: zij het mij vergund uwer majesteits voorbede te vragen. Uw dienaar vrangt thans verlof voor- loopig huiswaarts te mogen gaan, daar een en ander nog niet gereed is".