Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/122

Ti Wikipabukon
Ieu kaca geus diuji baca
109


,Beim Durehsehwimmen des Meeres, wobei die Katze auf den Rdeken des Hundes sitzt, wiihrend dieser dén Stein im Maule triigt, liszt der Hund den Stein ins Meer fallen.

,Éin Fiseh versehluckt ihn. Von diesem erlangen die beiden Tiere ber den Stein zuriiek und bringen ihn ihrem Herrn, der dann mit Hilfé des Steins sich das Schlosz und die Prinzessin zurilekzaubert”.

Waar nu van dit sprookje in het Oosten talrijke goed bewaarde varianten bleven voortleven, doch het in West-Europa nagenoeg onbekend is, besluit Aarne dat de bakermat ervan in het Oosten gezoeht moet worden en wijst Indié als vaderland er vau aan.

Hiermede kan Forke zich ook niet vereenigen, eenedeels niet om dat hij Aarne's argumenten voor den Indischen oorsprong van de vertelling niet voldoende krachtig acht om die afkomst boven twijlel te stellen, anderdeels niet omdat hij vérwoed anti-indinnist is.

Ik wenseh mij in deze géen partij te stellen daar Aarne's betong mij niet toegankelijk is, maar Wil niéttemin uitdruk-kelijk de aandacht vestigen op het feit dat ons Indonesiseh materinal in zake de filintie dezér vertelling zeer zeker ten gunste van Aarne's opvatting pleit en wanncer men in stede van Indié, Centraal-Azié satelt, men zieh daarmede wellicht beter zal kunnen vereenigen.

Ten eimde ook mijn steentje tot voortzetting vau het onderzoek naar het vadersehap van het verhaal te leveren, laat ik hier de mij geleidelijk geworden Soendasche varianten in compresso volgen 1).

1) Een mede tot dezen cyelus van verhalen behoorende vertelling, dies in menig opzieht van mijn lezingen afwijkt, werd reeds eerder bekend gemankt deur R. A. Kern, O. c., blz. 74—75, VII, Dé arme man.

Ter zake van de noot in diens stuk zij aangeteekeud, dat dé plsats, waarop dezo slaat, duidelijk wordt, wanneer men voor ngambéng, dat hier geen zin geeft, ngambéng, = loopend eten, leest.