Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/133

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca
120

Nadat dit alles gekookt was, berekende de slang een goeden dag tot vertrek; dan hing Bao toloe deteerkost aan hare horens op en stond de reis aangevangen te worden.

,Hoe zal ik U volgen, grootvader”, vroeg Bao toloe, toen men zou gaan.

,Klim op mijn rug, vriendje, en houd je stevig vast”.

Bao toloe deed aldus en voort stoof de slang meteen in duizelingwekkende vaart. .

Het spoor dat zij maakte, was een diepe gracht én aan zee gekomen, sneed zij door de golven alsof de oceaan in tweeén géspleten werd,

Bao toloe werd doodsbang.

,Heb toeh medelijden met mij, grootvader", kreet hij.

,Klem je maar goed vast", stelde de slang hem gerust.

Voort ging het weer en Bao toloe drukte zich nog hechter togen de slang aan.

Al heel gauw bereikten zij, dus voortsuellend, het eiland Sangar saroene, dat alleen door slangeén bewoond werd.

Bao toloe en zijn gezellin gingen aan land, waardoor de slangen aanatonds in opsehudding geraakten, zoodat hun vorst, Oppoe poengoe, vroeg: ,wie is er aangekomen?”

,Wij zijn het, grootvader”, antwoordde Bao toloe.

De slang, die Bao tolos overgevoerd had, nam daarop het woord en zeide: ,koning, deze hier ziet er nit als een menseh, Wealiswaar kunt gij de lucht van een mensch niet ver dragen, doeh deze hier reddé mij het leven door te voorkomen, dat ik door een veehoeder doodgeslagen werd, wil dus het zijue sparen”.

Onmiddelljk beraadden de slangen hierover en besloten, dewijl dit mensch hun stamgenoot van den dood gered had, hem het leven té laten.

Vervolgens gingen zij baden; daarna bracht de slang, die door Bao toloe opgevoed was, hem éen tooverring, een armband en een wenschring, daarbij zeggend: ,wanneer je nu een boot wilt hebben om naar je moeder terug te keeren,