Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde, LVI.pdf/213

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

200

twee regels zijn onvertaalbaar, terwijl dé inhoud yan den derden tot het verband (in dit geval: het bevel san Sabaj om maatregelen yan bescherming voor den vader te nemen) aeker wel behoort. Een yoorbescld yan een inboudlooxze pantoenhelft is r. 31 en 32, wanrin saharien en [jing slechta de ecindwoorden der tweede helft rusian eu sa- banana markeeren en meer tot hun reeht doen komen, Dat echter de rijm niét altijd zuiver is, een op hamzah eindigend woord rijmt op een woord dat met een h gesloten wordt, ju zelfs dat sleohts de klmker van de beide Inatste lettergrepen ideutiseh 5, komb dikwijls voor, ook in het dichtstuk yan Sabaj de Sehoone,

Een voorbeecld van een aohtregeligen pantoen bieden de r. 158—165, waarin 't sleehts te doeu is om den nudruk welke op de tweede helft gelegd wordt, welk effect door de rijuwoorden bereikt wordt. EKenigermate verloopen is een pantoen als in r. 209— 814, waarin de eerste twee regels een gering Yvyerband hebben met het onderwerp, én dé Inatste regel van het zestal tot het eigenlke verhaal behoort.

De vierregelige pantoens vertegeuwoordigen dén-aorspron- kelijken vorm; deze zijo mecstal "t best geslaagd, zooals b.v. in r. 261—264;:

uu“ bakoeah nu bakundji na” busoedoe bilang-bilang elo? oentoeing toeah mamandji Ko* tida* badan den hilang.

De rlytme die de klemtoon op de Inatste syllabe gelegd aan het gedicht verleeut komb in éen pantoen als dere voordeelig uit.

Het éinde van het stuk, dut is dus het slot der tooneel- voorstelling, is bijoa geheel en al pantoen.

Bjj het annhooren van deze Éragedie zitten vronwen te snikken, én rziju bijna allen onder den indruk, niet hét miust door de emotie welke de pantoens met hun klinkende eersté helfit en zinyolle tweede nideeling te voorsohijn roepen.