Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde XLIX.pdf/251

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

Nota over de onafhankelijke Batang Hari-Districten.

___________________

De onafhankeljke Batang Hari-distrieten bestaan uit de staatjes Poelau

Poendjoeng Loeboek Boelang, Si Goentoer,

81 Tioeng en Padang Lawas.

Geografisch omvatten van

zij in hoofdzaak het stroomgebied

de Boven-Batang Hari van af Batoe Bakawi, het punt

waar deze stroom de Padangsche Bovenlanden verlaat, tot aan de monding van de Batang Siè, de grens van Djambi en van de linkerzijtak van de Batang Siè-de Batang Piroeko. Ten westen grenst dit gebied aan de Padangsehe Bovenlanden, ten

Noorden

en

ten Oosten aan de IV koto, de Kwantan

Districten, Loeboe

Ramo, Indragiri en Djambi (doesoens

Tandjoeng en Koeamang), ten Zuiden aan het gebied van Depati Pamoentjak van Poelau Batoe en dat van de onder het gezag van Toeankoe Kota Basar staande negeriën aan de Batang Sté, Het bestuur in de Rantan Batang Hari, zooals deze streek

door den Bovenlander geheeten wordt, is in hoofdzaken ingericht als in de andere Menangkabausche landen. De negeriën zijn autonoom en sluiten zich soms in federaties aan elkaar.

Het negribestuur zelf heeft min of meer een federatief karakter, in zoo verre dat elk der vier of meer »kampongs" (niet soekoe), waaruit elke negeri bestaat, tot zekere hoogte

zelfstandig is; de skampong’, die uit een groep van personen bestaat, die hunne afstamming van dezelfde stammoeder

afleiden

en

voor

wie

huwelijken

onderling verboden zijn,

heeft haar eigen grond en haar eigen hoofd, panghoeloe of datoek, die, bijgestaan door een manti, een malim en een doebalang, de zaken in den boezem van zijn kampoug regelt; eerst wanneer het zaken betreft die de negeribelangen raken,