Kaca:Tijdschrift voor Indische Taal- Land- en Volkenkunde XLIX.pdf/267

Ti Wikipabukon
Ieu kaca can diuji baca

222

De beide laatste voetpaden

zijn bezwaarlijk en worden

zelden begaan. Timpèh, dat op den rechteroever ligt, is door een pad, dat de rivier stroomafwaarts volgt, met Tabè (op den linkeroever) verbonden (+ 2 uur gaans) en door een ander pad, dat over den Bt. Senanai en den Bt. Petai gant, met Air Boeloeh in het landschap Loeboek Ramo

(+ 8 uur gaans, terwijl van Tabè over de Bt. Toedjoeh een pad leidt naar Djao (4 uur gaans). Si Kabau.

Deze groote negeri staat onder het gezag van cen sorang gadang saorang sakoto" met den erfeljken galar Datoek Gadang. Deze was in vroeger jaren zelfstandig, doch heeft later het oppergezag van den radja van Si Goentoer erkend.

Het gebied van Datoek Gadang strekt zich langt de Oostgrens van het panghoeloe kapalaschap Loeboek Oelang Aling uit tot aan Boelangan, het voormalige gebied van den orang gadang Datoek Bandharo Radjo van Soengai Doeo (grens Soengai Begeman), terwijl de rechteroever van de Batang Hari vroeger de Noordprens vormde, Het geslacht van den orang gadang stierf 30 jaar geleden wit, en eenige jaren geleden werl een knaap uit de kampoeng van den sandi Datoek Mangkoeto door Toean Kota Basar eigenmachtig tot orang gadang verheven. De panghoelnes's zijn zes in getal.

Over de talrijke orang dagang, d. z. vreemdelingen van de Bovenlanden, stelde Toeankoe Kota Basar weder geheel eigenmachtig een panghoeloe dagang aan met den titel van Datoek Batang Hari, waartoe hij een zijner vrienden verkoos, een Bovenlander te Si Kabau gevestigd, die eerst als »rooverhoofd-

man" en later als handelaar een groot vermogen byeen heeft

De negeri, die op den linkeroever van de Batang Mimpi ligt, een zijtak van de Batang Piroeko, telt 49 voor het meerendeel groote huizen, De gehuchten Tandjoeng Si Lilo en Bandjar Lawèh bestaan, behalve uit talrijke buffelkralen, uit respectievelijk 4 en 3 huizen.